Het komt geregeld voor dat je in je woning moet controleren of elektronische apparaten of componenten nog wel naar behoren werken. Hiervoor is het van cruciaal belang dat je precies weet hoeveel stroom en spanning er op het apparaatje staat. Sommige mensen besluiten om hiervoor een netadapter te gebruiken. Het nadeel hiervan is echter dat je niet precies weet wat de stroom en spanning precies doet. Bovendien is het ook niet mogelijk om een bepaalde schakeling of belasting toe te voegen aan het geheel. Hierdoor is het een stuk lastiger om de spanning te controleren. Het is dan ook veel beter om gebruik te maken van labvoeding. Wat dat precies en hoe het in zijn werk gaat? Dat leggen we uit in dit artikel.
Hoe regel je de stroom en spanning met labvoeding?
Een labvoeding werkt in principe zeer simpel. Het is echter wel afhankelijk van de labvoeding die je kiest. Zo heb je eenvoudige varianten met slechts twee displays, maar je hebt ook zeer geavanceerde types. Voor eigen gebruik raden we eigenlijk altijd de wat simpelere varianten aan, omdat deze alles doen wat je van het apparaatje verlangd en bovendien ook niet zo moeilijk in gebruik zijn. Een labvoeding beschikt doorgaans over twee displays en twee instelknoppen. De instelknoppen geven de hoeveelheid stroom en spanning aan. Bovendien laat de labvoeding duidelijk zien of het limiet bereikt wordt. Je stelt in de labvoeding in hoeveel stroom en spanning er gebruikt mag worden. Vervolgens zal de labvoeding net zo veel spanning en stroom leveren totdat de limieten bereikt zijn.
De verschillende soorten labvoeding
Er zijn enorm veel verschillende soorten labvoeding. Allemaal met hun eigen voor- en nadelen en diversiteit in de prijsklasse. Over het algemeen onderscheiden we lineaire- en schakelende labvoeding.
- Bij een lineaire labvoeding is het mogelijk om inductieve belastingen aan te voeren, dit in tegenstelling tot de schakelende labvoeding. Het nadeel van deze labvoeding is echter wel dat hij snel oververhit raakt. Hierdoor is koelen een absolute must. Dit betekent regelmatig dat er een ventilator aan te pas moet komen om de labvoeding weer tot een acceptabele temperatuur te brengen. Bovendien is een labvoeding met lineaire uitgang ook nog eens veel zwaarder en groter, omdat deze geleverd wordt met een speciale transformator.
- Een labvoeding met een schakelende uitgang is veel compacter en makkelijker in gebruik, daarom wordt deze ook vaak voor gewone huis-en-tuin klusjes gebruikt. Ze werken prima en hebben weinig verkoeling nodig. Toch is het niet altijd de meest ideale labvoeding. Zo kan hij slecht tegen inductieve belastingen en ontstaat er regelmatig ruis doordat de belasting zeer hoog is. Dit kan allemaal een nadelig effect hebben op de werking van de labvoeding en het gebruiksgemak.
- Weet je niet welke labvoeding het meest geschikt is voor de klus die jij voor ogen had? Vraag dan om advies aan de leverancier van de labvoeding. Zij weten je precies te vertellen welke labvoeding het beste aansluit bij jouw wensen. Zo weet je zeker dat je de juiste beslissing maakt en kom je later niet voor teleurstellingen te staan.